Interview Arno van Bergen – Paarse vrijdag

Interview afgenomen door
Lena van Donzel, 5vC

Paarse vrijdag op het Canisius College: “Op het Canisius is er plek voor iedereen en kun je zijn wie je bent”

Datum: vrijdag 13 december 2019
Het is vandaag Paarse vrijdag, een dag waarop er aandacht is voor acceptatie van de LHBTQ+-gemeenschap. Ook op het Canisius College wordt hier uitgebreid aandacht aan besteed. Daarom interviewde een leerling uit 5vwo Arno van Bergen, docent Frans op het Canisius College, die al twaalf jaar met veel plezier lesgeeft en die op mannen valt. Op Paarse vrijdag kunnen leerlingen op de foto bij de speciaal daarvoor ingerichte fotostand. Een team van docenten en leerlingen deelt gedurende de dag bandjes en streepjes paarse (vinger)verf uit. Tot slot draagt de meerderheid van de docenten paars. Immers, iedereen mag op het Canisius zichzelf zijn.

Doet u zelf mee aan paarse vrijdag?
“Natuurlijk doe ik mee,” vertelde Arno, “Ik draag zelf ook zeker paars.”

Vindt u dat paarse vrijdag effect heeft op de leerlingen, docenten en school in het algemeen?
Arno vertelde mij hier dat hij zag dat mensen elk jaar meer iets met paars doen. “Al zijn het maar paarse sokken.” Kleine details gelden volgens hem ook al zeker.

Wat vindt u van de tot nu toe georganiseerde paarse vrijdagen en wat verwacht u?
Arno: “Ik vind het eigenlijk voldoende als veel mensen ook maar iets kleins doen, zoals paarse nagellak bijvoorbeeld.” Als het maar iets kleins is, is het goed volgens Arno. “Je hoeft geen hele grote show ervan te gaan maken, want de boodschap is helder.”

Hoe is de sfeer op onze school volgens u omtrent lhbtq+?
Volgens Arno is het Canisius college een erg open school en hij is van mening dat er voor iedereen een plekje is. Het enige probleem is dat er nog veel met homo en dergelijke scheldwoorden wordt gescholden en dat het niet gemakkelijk is om dit uit het systeem van de leerlingen op school te krijgen. “Ik denk dat leerlingen wel zichzelf kunnen zijn, maar er blijft altijd een lange weg te gaan. Je zult hier altijd aandacht aan moeten blijven besteden, want als dir niet gebeurt denk ik dat dit alleen maar de verkeerde kant op gedraaid kan worden.” Hij zei vervolgens dat de puberteit een verwarrende tijd is en dat hij het goed vond dat ook hetero’s aandacht zijn gaan besteden aan dit
onderwerp en hun steun uiten door middel van Paarse vrijdag.

Vindt u dat er acceptatie is voor u als docent?
“Ja, ik werk hier al ruim twaalf jaar” vertelde Arno mij. Vervolgens zei hij dat hij nog nooit iets naars over zijn seksualiteit van anderen heeft gehoord. Althans niets wat ze tegen hem in zijn gezicht hebben gezegd. Ook heeft hij nog nooit gehad dat mensen naar hem refereren als “die homo docent” of zoiets geks. Homo zijn is er voor Arno nou eenmaal bij, hij is een fanatieke docent voor zowel Frans als de musical. Op het Canisius komt seksuele geaardheid niet op de eerste plaats, mensen kijken namelijk eerst naar de persoon zelf, aldus Arno.

Zijn er ooit leerlingen naar u gekomen om u vragen te stellen over seksualiteit?
“Nee. Ik denk dat veel leerlingen het voor zichzelf nog niet op een rijtje hebben, of het nog niet durven te uiten en dat de eerste stap naar het bespreken al een stuk verder is in het proces.”, zei Arno, ”Ik sta er altijd voor open als leerlingen dit willen bespreken, maar ik heb het nog nooit meegekregen.” Arno zei hierna dat hij denkt dat het komt doordat hij onderbouwdocent is en niet zo veel les in de bovenbouw geeft.

Hoe oud was u toen u het wist en hoe oud was u toen u uit de kast kwam?
Arno vertelde mij hier dat hij het op zijn elfde, twaalfde al wist, maar pas op zijn achttiende uit de kast kwam. “Ik kan me heel goed voorstellen dat je je anders voelt dan anderen en denkt dat je gek bent als je in de puberfase zit. Je wilt vooral niet opvallen. Ik vond het erg fijn om niet op te vallen en in een maatschappij die voornamelijk gericht is op heteroseksualiteit is dat soms lastig.” Zijn familie reageerde gelukkig wel goed. “O, dat wist ik allang. Niks aan de hand.” zei Arno. Hij heeft nog nooit een negatieve reactie gekregen. En zijn ouders accepteerden het gewoon. “Mijn ouders zeiden: ‘Ja het is helemaal prima, alleen we kunnen je er niet tegen beschermen, dit is een wereldje wat wij niet kennen.’”

Heeft u ooit negatieve dingen meegemaakt door het feit dat u homo bent?
Arno zei: “Nee. Ik ben wel eens een keer in mijn gezicht gespuugd, maar dat was omdat ik een veertienjarig kind was die niet aan de kant wilde gaan op de fiets. Voor zover ik weet ben ik nog nooit lastiggevallen om mijn seksualiteit.” Hij vertelde mij dat hij mannen wel eens homo hoort roepen als hij uitgaat. “Die agressiviteit, het is zoeken naar een minderheid. Het is lekker makkelijk. Ik heb het zelf niet ervaren, maar ik kan me voorstellen dat het afschuwelijk is.”

Merkt u dat het lastiger is om een relatie te vinden, of vindt u het wel meevallen?
Hij vertelde me dat veel mensen praten over een zogenaamde ‘gaydar‘. Dit is een relatief nieuw begrip, dat betekent of homo’s (of lesbiennes) het aanvoelen of andere homo’s (of lesbiennes) ook homo zijn. Dit lukt vaak wel, maar lang niet altijd, volgens Arno. Vaak haalt hij spontane en open heteroseksuele mannen met homoseksuele mannen door elkaar. Verder vertelt hij: “Het vijvertje is klein, dat klopt. Het belangrijkste is om niet zomaar met iemand een relatie aan te gaan, doordat hij of zij uit hetzelfde vijvertje komt. Dat maakt het wel eens lastig, maar als je van jezelf houdt kom je vast en zeker wel iemand tegen die goed bij je past.”

Vindt u dat er een duidelijkere GSA (Gay-Straight Alliance) moet komen op het Canisius?
“Het is er al, en het is goed dat de school het heeft. Je kunt het heel breed trekken. Het moet goed zichtbaar zijn voor docenten en leerlingen op de school. Stel dat ze een probleem hebben, ze me iemand kunnen praten. Of het maar één iemand is of vijftien, dat maakt niet zoveel uit, als je maar terecht kan. Meerdere mensen zijn natuurlijk altijd wel fijn. Het is voldoende dat we het hebben, zolang het maar duidelijk en zichtbaar is.”